Een ondernemer van 70 jaar belde me voor een verkoopopdracht. Hij wilde zijn onderneming en bedrijfspand verkopen. Een sportbussines, meer mag ik er niet over zeggen. Aan waardering van vastgoed waag ik me niet. Dat laat ik aan bekwame vastgoed taxateurs over. Dat duurt altijd enige tijd voor ze hun rapportage overdacht hebben. Ik heb mijn grijze cellen volop nodig om een bedrijfsactiviteit juist te kunnen beoordelen.

Dit baasje was al 40 jaar met zijn sportbusiness bezig. Op zijn inventaris, bouwkundige en technische installaties was niets op te merken. Alles keurig in orde. Hij woonde al ruim 15 jaar niet meer ‘boven de winkel’ maar bezat een mooie bungalow op korte afstand. Het bedrijfspand was inmiddels schuldenvrij. Zijn vrouw had hij recentelijk een klein autootje gekocht omdat ze niet in de grote Mercedes durfde te rijden. Telkens wanneer ik een afspraak met hem had voor het doorgronden van zijn onderneming was hij goed gemutst. Ik begreep het niet. Mijn berekening op basis van de jaarrekening van afgelopen jaren en verwachtingen voor de toekomst gaf een forse badwill aan na normalisatie van de bedrijfskosten en fictieve herfinanciering van zijn onroerend goed. Van enige overwinst was geen sprake. De waarde van de onderneming zou hooguit 1 euro zijn. Hoger kwam ik niet. Dat kon toch niet, zei mijn gezond verstand.

Opnieuw op gesprek. Beantwoord werd me elke vraag, maar ik moest ze wel bedenken en stellen. Hij had geen idee welke factoren van invloed waren op de waardering van zijn onderneming. Vragen stellen dus. De meest eenvoudig denkbare vraag was natuurlijk of hij ook ‘omzet buiten de boeken hield’. Uiteraard, zo antwoordde hij. ‘Veel?’, vroeg ik. ‘Mwa, zo’n 10%’, gaf hij toe. Let wel, hij werkte met een brutomarge van 90%, zodat opeens zijn netto winst met 9%-punt omhoog schoot. Oké, dat was al een stevige.

Ik legde hem uit hoe goodwill tot stand kwam om hem te bewegen na te denken en zelf te komen met waardedrukkende effecten in zijn resultatenrekening die ik moest corrigeren, We kwamen te bespreken over het benodigd aantal uren dat hij, zijn vrouw en medewerkers in de onderneming actief moesten zijn. Ik had voor de nieuwe ondernemer al een managementfee begroot. ‘Och’, zo sprak hij, ‘mijn dochter vond het een goed idee dat ik zelf, gezien mijn leeftijd, nog maar 10 uurtjes per week zou werken en dat ik in mijn plaats een fulltime werknemer moest aantrekken’. Dat scheelde weer 20.000 kosten omdat met een parttimer kon worden volstaan.

Tenslotte merkte hij op dat zijn onderneming 24 uur langer geopend kon zijn. Dat kon makkelijk, zo stelde hij omdat zijn sportactiviteiten ook geschikt waren voor senioren en baby’s die in de ochtend les konden worden gegeven, waar normaal zijn onderneming dicht was. Een kleine 15% meer omzet kon wel worden gerealiseerd. ‘Beetje reclame maken, want dat doe ik niet meer’. Let wel: omzet met 90% bruto marge. ‘Oh ja, ook nog een andere activiteit kan geactiveerd worden. Ik had daar nu geen zin meer in, gezien mijn leeftijd’. Plop, nog wat omzet erbij.

En zo werd in een uurtje babbelen 75.000 euro omzet met 90% bruto marge gevonden en 20.000 euro kostenbesparing. Uitgaande van een kapotalisatiefactor 4, kwam opeens een rekenkundig te staven goodwill in beeld van 380.000 euro. Nu begreep ik zijn positief gemoed, zijn reis van een maand naar Nieuw Zeeland, zijn bungalow en ‘big car’. Altijd opletten met waarderen luisteren naar je buikgevoel. Een heerlijk ambacht. Hij had het verdraaid goed gedaan als ondernemer de afgelopen 40 jaar.

Link met mij om mijn blog te zien verschijnen op jouw tijdlijn. Kapitaal beschikbaar voor hoog rendement? Kijk op www.kasku.nl/projecten of bel me.